Terug naar het overzicht

Pensioenakkoord: het nieuwe pensioencontract

‘Grote pensioenfondsen waarschuwen voor verlaging pensioenen komend jaar’ kopte www.nu.nl op 21 juli. Ons nieuwe pensioenstelsel, dat uiterlijk op 1 januari 2026 in gaat, moet dit soort berichten in de toekomst voorkomen. Voor jou als financieel professional is het van belang om op de hoogte te zijn van alle recente ontwikkelingen op pensioengebied, zodat je jouw klanten van dienst kunt zijn bij vragen. Daarnaast geeft het nieuwe pensioenstelsel je een uitgelezen kans om pensioen/eerder stoppen met werken op de agenda van jouw adviesgesprek te zetten. Daarom delen we met jou alle ins en outs rondom het nieuwe pensioenstelsel.

28-07-2020
Hans Dekker
10 minuten

In het nieuwe pensioenstelsel bestaat de zekerheid van een vaste nominale pensioenuitkering niet langer. Hier komt een uitkering voor in de plaats die meebeweegt met de ontwikkeling van de economie. Vanaf 1 januari 2026 zijn er nog twee soorten pensioencontracten toegestaan:

  • het nieuwe pensioencontract;
  • de verbeterde premieregeling.

In deze nieuwsbrief lees je alles over het nieuwe pensioencontract. De informatie over de verbeterde premieregeling komt in de nieuwsbrief van 11 augustus uitgebreid aan bod. We gaan dan ook in op de wijzigingen in het nabestaandenpensioen.

Van uitkeringsovereenkomst naar premieovereenkomst

Op dit moment hebben de meeste werknemers een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling. In deze regeling staat de hoogte van de uitkering min of meer vast. Min of meer, want de laatste jaren bleek die vaste nominale uitkering schijnzekerheid te bieden. De uitkering steeg namelijk vaak niet mee met de stijging van de prijzen. In het verleden verlaagden een aantal pensioenfondsen de uitkeringen zelfs.

In het nieuwe stelsel is een middelloonregeling (uitkeringsovereenkomst) niet meer mogelijk. Beide toekomstige pensioenvormen zijn premieovereenkomsten. Uitgangspunt hierbij is de hoogte van de premie en niet meer de hoogte van de uitkering. Pensioenfondsen hoeven hierdoor in het nieuwe stelsel geen hoge buffers meer aan te houden om de opgebouwde pensioenaanspraak te garanderen.

Het nieuwe pensioencontract

Het nieuwe pensioencontract is een premieregeling met solidariteitselementen. Er is sprake van een collectief van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden.

In het nieuwe pensioencontract bepalen de sociale partners (werkgevers en werknemers) in onderling overleg de pensioendoelstelling. Ze spreken af wat de hoogte van de premie moet zijn om de pensioendoelstelling te behalen. De premie wordt vervolgens belegd. Als de resultaten beter zijn dan verwacht, dan is ook de pensioenuitkering hoger dan verwacht. Vallen de resultaten echter tegen, dan is de pensioenuitkering lager dan verwacht.

Binnen het nieuwe contract is er sprake van een collectief vermogen dat ook collectief wordt belegd. De rendementen worden via een vooraf bepaalde verdeelsleutel over de werknemers verdeeld. Uitgangspunt daarbij is dat jonge deelnemers meer risico lopen, meer profiteren van goede beleggingsresultaten, maar ook meer last hebben van slechte beleggingsresultaten dan oudere deelnemers. In het nieuwe pensioencontract worden de financiële risico’s - maar ook de risico’s op basis van wijziging van de levensverwachting - collectief en solidair gedragen tussen de deelnemers en de gepensioneerden.

Per deelnemer wordt een eigen pensioenvermogen bijgehouden. Iedere deelnemer ziet op die manier hoeveel pensioen er tot dat moment voor hem/haar is opgebouwd De deelnemer ziet wat naar verwachting de hoogte van de pensioenuitkering is, gebaseerd op het opgebouwde vermogen en het projectierendement (het vooraf afgesproken rekenrendement). De deelnemer kan daarbij onderscheid maken tussen de verwachte pensioenuitkering in een gunstig en een minder gunstig scenario.

Het nieuwe pensioencontract kent een collectieve solidariteitsreserve. Dit is een soort spaarpotje van jaarlijks maximaal 10% van de betaalde premie en de behaalde rendementen. Deze reserve kan gebruikt worden om het effect van tegenvallende beleggingsrendementen op te vangen.

Ook is het in het nieuwe pensioencontract mogelijk om mee- en tegenvallende beleggingsresultaten te spreiden over maximaal tien jaar. Dit betekent dat een slecht beursjaar niet direct hoeft te leiden tot een drastische verlaging van de pensioenuitkering. Dit geldt echter ook andersom; een goed beursjaar leidt niet meteen tot een flinke toename van de pensioenuitkering.

Afscheid van de doorsneesystematiek

Voor verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen geldt nu nog de doorsneesystematiek. Met deze systematiek betaalt iedereen evenveel premie en bouwt iedereen evenveel pensioen op. In het nieuwe stelsel is deze systematiek niet meer toegestaan. Er is dan sprake van een degressieve opbouw van het pensioen. Iedere deelnemer betaalt dezelfde leeftijdsonafhankelijke premie, maar de pensioenopbouw neemt af naarmate de leeftijd van de deelnemer stijgt. Jonge werknemers bouwen veel pensioen op en oudere werknemers dus minder.

In het nieuwe stelsel wordt de premie fiscaal begrensd tussen de 30% tot 33% van de pensioengrondslag. Hiermee moet de pensioenambitie van 75% middelloon in 40 opbouwjaren gerealiseerd kunnen worden. De wetgever geeft hiermee de bovengrens van de pensioenpremie aan. Dit wil niet zeggen dat die premie ook voor iedere deelnemer gaat gelden. Uiteindelijk komt de hoogte van de premie tot stand in overleg tussen werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen een pensioendoelstelling en op basis van het projectierendement wordt berekend welke premie hierbij hoort. Dat kan dus een stuk lager liggen dan het maximale toegestane percentage van de pensioengrondslag.

Van huidig naar nieuw stelsel

De sociale partners hebben van 1 januari 2022 tot 1 januari 2026 de tijd om de huidige regeling om te zetten naar een nieuwe regeling. Vanaf 1 januari 2026 moet iedere deelnemer een nieuwe pensioenregeling hebben.

De werkgever moet een transitieplan (laten) opstellen waarin staat hoe de overgang van de huidige naar de nieuwe regeling plaats gaat vinden. Uitgangspunt daarbij is dat de huidige opgebouwde pensioenaanspraken standaard ingebracht worden in de nieuwe regeling. Alleen in uitzonderingssituaties mogen sociale partners besluiten om oude aanspraken niet in te brengen. Dit moeten ze dan goed motiveren. Deelnemers die nu pensioen opbouwen in een middelloonregeling gaan de zekerheid van de opgebouwde vaste nominale uitkering verliezen. Hier krijgen ze een variabele uitkering voor terug die meebeweegt met de economische ontwikkelingen. Dit klinkt mogelijk als meer risico, maar de huidige middelloonregeling biedt in veel gevallen veel minder zekerheid dan gedacht.

Compensatie

Het Centraal Plan Bureau en 13 pensioenfondsen hebben berekeningen gemaakt van de overgang van het huidige naar het nieuwe stelsel. Volgens deze berekeningen heft een aantal positieve elementen in het nieuwe stelsel de negatieve financiële gevolgen van de afschaffing van de doorsneesystematiek op. Waar deelnemers nadeel ondervinden, moeten ze worden gecompenseerd. Deelnemers krijgen inzicht in het pensioen dat ze vóór en ná de overgang naar het nieuwe stelsel kunnen verwachten. Per regeling wordt dan bekeken hoe eventueel gecompenseerd kan worden.

Jouw adviespraktijk

Wat kun je als financieel professional met deze informatie over een nieuw pensioenstelsel? Op de eerste plaats is het van belang dat je op de hoogte bent van de ontwikkelingen die op pensioengebied spelen. Jouw klanten lezen de komende jaren in de krant en op internet steeds vaker informatie over het nieuwe pensioenstelsel. Pensioenuitvoerders sturen informatie over de overgang en de consequenties van het nieuwe stelsel. Klanten komen hierover met vragen bij jou als financieel adviseur.

Op de tweede plaats geeft de overgang naar een nieuw pensioenstelsel een uitgelezen kans om met je klant in gesprek te gaan over hun wensen en doelstellingen als ze stoppen met werken. Wat willen ze dan gaan doen, waar dromen ze van en kunnen ze dat wel betalen? Wil een klant eerder stoppen met werken of juist later? Is een hoog-laag pensioen of deeltijdpensioen misschien een mogelijkheid? Een berekening van het consumptief besteedbaar inkomen voor en na pensionering in combinatie met een budgetoverzicht, biedt een klant veel inzicht en is een startpunt voor een gesprek over de toekomst van je klant. Kortom, de wijziging van het pensioenstelsel is een mooie aanleiding om pensioen op de agenda van je adviesgesprekken te zetten.

De verbeterde premieregeling

Naast het nieuwe pensioencontract, is de verbeterde premieregeling de tweede mogelijke pensioenvorm van het nieuwe pensioenstelsel. Wil je volledig op de hoogte zijn van de recente ontwikkeling van het nieuwe pensioenstelsel? Lees dan ook het artikel over de verbeterde premieregeling. De veranderingen van het nabestaandenpensioen komen daarin ook aan bod. 

Hans Dekker Dukers Baelemans
Hans Dekker

Docent & Ontwikkelaar bij Dukers & Baelemans.

Delen: