Terug naar het overzicht

Omzetting pensioen in eigen beheer: wanneer is compensatie voor de partner een schenking?

Veel directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) maakten gebruik van de regeling om een deel van hun pensioen – het pensioen in eigen beheer – af te kopen of om te zetten naar een oudedagsverplichting. Om nadelige financiële gevolgen in de pensioenvoorziening van de (ex-)partner van de DGA na overlijden of scheiding te voorkomen, was het belangrijk om vast te leggen hoe compensatie hierin voor de (ex-)partner werd geregeld. Deze regeling eindigde op 31 december 2019. Eind 2020 deed het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen een belangrijke uitspraak over deze compensatie. Wat deze uitspraak is en welke gevolgen dit mogelijk heeft voor jouw klant, lees je in dit artikel.

25-01-2021
Conny Weber en Diana Dutilh
7 min.

Van 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 was het mogelijk om het pensioen in eigen beheer (PEB) in de eigen BV van de DGA af te kopen of om te zetten naar een oudedagsverplichting (ODV). Veel DGA’s hebben daar gebruik van gemaakt. Daarbij speelde de vraag: wat regelt de DGA aan compensatie aan zijn of haar (ex-)partner? Wanneer is het te weinig en is er dus sprake van een belaste schenking?

Hoe zat het ook alweer?

Bij de omzetting van het PEB naar een ODV, of door de afkoop ervan, gaf de partner van de DGA bepaalde pensioenrechten op: de helft van het ouderdomspensioen (OP) en het nabestaandenpensioen (NP). Dit leidt tot een schenking van de partner aan de DGA. Dit is nadelig voor de partner, want die geeft als het ware zijn of haar helft van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen op aan de DGA. Een DGA kan een dergelijke schenking voorkomen door een passende compensatie aan de (ex-)partner te vergoeden.

Volgens het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) is van een schenking géén sprake als:

  1. De partners in algehele gemeenschap van goederen gehuwd zijn.
  2. Er een altijd werkend finaal verrekenbeding is afgesproken, alsof er een algehele gemeenschap van goederen geldt.
  3. Er een altijd werkend periodiek verrekenbeding is afgesproken, alsof er algehele gemeenschap van goederen geldt, waaraan ook feitelijk uitvoering is gegeven.
  4. Er in de huwelijksvoorwaarden pensioenverevening, conversie of verrekening is uitgesloten.

Opmerkelijk hierbij is het derde punt. Een werkend periodiek verrekenbeding leidt in de praktijk namelijk nooit tot een afrekening alsof er gemeenschap van goederen geldt.

Uitspraak CAP

Het CAP geeft in het besluit van 11 december 2020 door middel van een berekening aan hoe de hoogte van de compensatie kan worden vastgesteld:

  1. Stel de hoogte vast van de rechten die de partner opgeeft. Deze kunnen bestaan uit:
    1. De helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen in geval van echtscheiding.
    2. Het (bijzonder) nabestaandenpensioen na een echtscheiding dan wel na overlijden van de pensioengerechtigde.
  2. Bereken de commerciële waarde van deze rechten alsof op de datum van omzetting in ODV of / afkoop van het pensioen een echtscheiding en een overlijden zou hebben plaatsgevonden.

Er is een belangrijk verschil in het uitgangspunt van het CAP ten opzichte van de eerder ingenomen standpunten. Dit verschil heeft te maken met het moment van berekenen. We maken dit duidelijk aan de hand van een kort voorbeeld.

Voorbeeld
Han Bakker is DGA en heeft pensioen opgebouwd in zijn BV. Op het moment van afkoop, heeft zijn echtgenote recht op een nabestaandenpensioen van € 32.500. Zij maken de afspraak dat er een bedrag in één keer wordt uitgekeerd aan de weduwe, als het huwelijk wordt ontbonden door zijn overlijden. De commerciële waarde op basis van de bij punt 2 benoemde berekening is in 2017 € 576.240. Dit is het bedrag dat volgens het besluit van 11-12-2020 gecompenseerd moet worden.

Als Han over 10 jaar overlijdt, dan is zijn echtgenote 10 jaar ouder en is de waarde van de compensatie uiteraard lager. Op basis van een berekening met dezelfde uitgangspunten, betekent dit een compensatie van € 344.750.

Over het bedrag dat de weduwe in bovenstaand voorbeeld ontvangt, hoeft zij geen inkomstenbelasting of erfbelasting te betalen. Op basis van het standpunt van het CAP zou de weduwe dus in alle gevallen het eerst berekende bedrag van € 576.240 moeten ontvangen. Het verschil tussen de beide bedragen, in bovenstaand voorbeeld een bedrag van € 231.490, vormt op basis van de uitspraak van het CAP een schenking van de weduwe aan de nalatenschap van de DGA. Afhankelijk van het testament van de DGA kan dit vergaande, onbedoelde gevolgen hebben voor de erfrechtelijke verdeling en de fiscale afrekening.

In de praktijk

Door de uitspraak van het CAP is het belangrijk om in een vroeg stadium met jouw klanten opnieuw over dit onderwerp in gesprek te gaan. Veel klanten die in het verleden een PEB afkochten of omzetten in een ODV dienen geïnformeerd en geadviseerd te worden over de noodzaak en hoogte van een eventuele compensatie voor de partner. Hierin ligt voor jou als financieel adviseur een belangrijke rol en taak. Een mogelijke schenking als gevolg van het al dan niet uitbetalen van een compensatie aan de (ex-)partner wordt zo voorkomen. Op die manier laat jij jouw meerwaarde blijken.

Conny Weber en Diana Dutilh

Conny en Diana zijn freelance docenten van Dukers & Baelemans met een focus op Estate Planning.

Delen: