De heffing van belasting over vermogen in box 3 blijft een veelbesproken onderwerp binnen de fiscale wereld. Met de recente uitspraken van de Hoge Raad en voortdurende wetswijzigingen, is het belangrijk om op de hoogte te blijven van de actuele ontwikkelingen. In dit artikel bespreken we de uitdagingen van het werkelijk rendement in box 3, de plannen voor het conceptwetsvoorstel voor box 3 en wat dit betekent voor jou als professional in de financiële sector en jouw klanten.
De discussie over de belastingheffing in box 3 kreeg een nieuwe impuls door het zogenaamde ‘Kerstarrest’ van de Hoge Raad op 24 december 2021. De wijze van heffing over het vermogen in box 3, zoals dat met ingang van 2017 gold, kon volgens de Hoge Raad niet door de beugel. De wetgever introduceerde een overbruggingswet om de periode te overbruggen, totdat de nieuwe berekening voor box 3, gebaseerd op het belasten van het werkelijke rendement, van kracht zou worden. In juni 2024 heeft de Hoge Raad tijdens het ‘D-Day arrest’ meerdere uitspraken gedaan over de manier waarop het inkomen uit vermogen in box 3 berekend moet worden. Zo stelt de Hoge Raad dat belastingplichtigen niet mogen worden belast voor rendement dat zij niet behalen.
Belastingplichtigen kunnen bezwaar maken tegen aanslagen of verzoeken tot ambtshalve vermindering. Dit is mogelijk voor:
(2019; vóór 31 december 2024, en 2020: vóór 31 december 2025);
(2017; vóór 31 december 2022, en 2018: vóór 31 december 2023).
Met name voor belastingaanslagen uit 2019 is het raadzaam tijdig actie te ondernemen. Verzoeken voor ambtshalve vermindering moeten voor eind 2024 worden ingediend.
Een belangrijk onderwerp binnen de huidige box 3 discussie is het werkelijk rendement. Volgens de Hoge Raad mag een belastingplichtige niet worden belast voor een hoger rendement dan dat daadwerkelijk behaald is. Het werkelijk rendement wordt als volgt vastgesteld:
Bij het bepalen van het werkelijke rendement mag geen rekening gehouden worden met eerdere verliezen. Daarnaast moeten belastingplichtigen kijken naar het totale rendement van alle beleggingen in box 3, niet per afzonderlijk vermogensbestanddeel. In de zomer van 2025 zal de Belastingdienst naar verwachting een formulier beschikbaar stellen om het werkelijk rendement te berekenen. Tevens wordt voor de tegenbewijsregeling de Wet tegenbewijsregeling box 3 uitgewerkt.
De overheid werkt aan een hervorming van de belastingheffing in box 3, met als doel de heffing op basis van werkelijk rendement. Op 12 december 2024 heeft de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat de invoering van de nieuwe wetgeving is uitgesteld naar 1 januari 2028.
Het conceptwetsvoorstel voor de nieuwe box 3 is aan de Raad van State voorgelegd, en gezien de kritiekpunten is het maar de vraag of, hoe en wanneer het nieuwe systeem voor box 3 ingevoerd zal worden.
Onzekerheid over de toekomst van box 3 zorgt ervoor dat het geven van advies voor jou, als finance professional, uitermate lastig blijft. Het is goed om terughoudend te zijn met uitvoering van zaken die naderhand niet of lastig terug te draaien zijn.
De heffing in box 3 blijft in beweging. Met de recente uitspraken van de Hoge Raad en het uitgestelde conceptwetsvoorstel is het voor jou, als professional in de financiële sector, cruciaal om je klanten goed te blijven informeren. Houd rekening met de huidige regels rondom werkelijk rendement en wees terughoudend met stappen die moeilijk terug te draaien zijn.